|
Sinds de mens met communiceren en dingen maken is begonnen, is het doel geweest de bestaande wereld te beschrijven en in een systeem te gieten.
Eerst met klanken van de stem, daarna met beeld (grottekeningen),
vervolgens met tekst en tegenwoordig gebruiken we vooral nullen en enen*. Kopiëren van iets dat er al is, maar dan met andere middelen, is van alle tijden. Zo gaat het ook in de kunsten, zelfs in de abstracte: iemand schildert een idee of een gevoel, en probeert dat zo te doen dat het bij de beschouwer op een vergelijkbare manier hetzelfde oproept. Het persoonlijke wordt universeel begrijpelijk en navoelbaar gemaakt.
In de muziek is dat niet anders met dat kopiëren. Ieder E akkoord verwijst naar de allereerste keer dat dat akkoord gespeeld werd, en ieder drie-akkoorden schema verwijst naar de Memphis Blues van ruim 100 jaar geleden (1912, om precies te zijn), voor het eerst opgeschreven door W.C. Handy. Maar hij had het ook niet helemaal zelf bedacht. Volgens de meest gangbare theorie bestond de muziek al in 1903 (en waarschijnlijk al eerder). Conclusie: 100% originele muziek bestaat niet, er is altijd wel een onderdeel dat ergens anders vandaan komt. Zodoende zijn alle muzikanten copy-cats, of ze nu willen of niet. Waar het verschil zit, heeft te maken met wat Jazz-historicus Albert Murray ‘styling’ noemt.** Dat
heeft niets te maken met het uiterlijk van de artiest, maar met de
aankleding van de muziek. Wel of geen blazers, akoestische of
elektrische gitaren, veel solo’s of juist niet, een jazzy feel of een ‘wall of sound’ en zo verder.
Mijn top 10 van dit jaar is daar een goed voorbeeld van. Origineel is al die muziek niet te noemen, maar de Viagra Boys halen hun styling duidelijk ergens anders vandaan dan Brad Marino, die hier heel nadrukkelijk de sound van de Ramones wil bereiken. Is dat kopiëren van de Ramones? De nummers zijn allemaal nieuw, en de teksten ook. En aftellen, one, two, three, four, ja, dat doen veel meer bands. Het zou gek zijn daar iedere keer Dee Dee Ramone credits voor te geven, al was hij er wel erg goed in. Maar ook hij was niet de eerste die dat deed. Wat Brad Marino vooral doet is ook de ‘styling’ van de Ramones
kopiëren, niet alleen met sound en tempo, maar ook met onderwerpkeuze
voor de teksten, met de wijze waarop de akkoordenschema’s in elkaar
zitten, hoe de tekst getimed wordt en hoe het einde in elkaar zit. Vooral daardoor zal de gemiddelde luisteraar van dit soort muziek de Viagra Boys ‘origineler’ vinden dan Brad Marino. Ik weet het zo net nog niet. En dat album van Marino heb ik minstens net zo vaak gedraaid als de Viagra Boys.
De rest van de lijst bestaat uit getrouwe kopieën van 50’s rock ‘n’ roll, pubrock, punkrock, 60’s garagerock, 70’s hardrock en country. Geen probleem; dat kan niet anders.
Op
mijn volgende LP, die 27 januari uitkomt, staat een nummer dat Copy Cat
heet. Een knipoog naar bovenstaande, maar vooral ook naar begrippen als
inspiratie en authenticiteit. Dat laatste is hip tegenwoordig: we
hebben respect voor iemand die ‘authentiek’ is. Maar dat gaat helemaal nergens over, beste lezer, het is een begrip zonder inhoud en zeker geen kwaliteitsoordeel. Poetin en Trump zijn het immers ook, en daar wil je echt niet bijhoren. Liever beschaafd dan authentiek. [A.J]
*zie o.a. Muster van Armin Nassehi voor een uitgebreide uitleg
**Albert Murray, Stomping The Blues
|
|